Anatomie van de borst

Anatomie van de borst

De borst van de vrouw ligt bovenop de borstspier die tussen de ribben in ligt. De borsten bestaan voornamelijk uit vetweefsel en bindweefsel dat als bescherming om het klierweefsel en de bloedvaten heen ligt. Iedere borst bevat een tepel die wordt omringt door huid.

Vetweefsel

De hoeveelheid vetweefsel in een borst bepaald de grootte van de borst. Hoe meer vetweefsel des te groter de borst is. De grootte van beide borsten verschilt meestal een beetje en in sommige gevallen is het verschil tussen beide borsten aanzienlijk groter.

Melkklierweefsel

Het melkklierweefsel in de borst is van belang voor de vorming van moedermelk tijdens een zwangerschap. De moedermelk wordt vanuit de melkklieren door de melkgangen naar de melkzakjes (uitmondingen van de melkgangen) in de tepel vervoerd.

Bindweefsel

Het bindweefsel bevestigd de de borsten aan de spieren van de borstkas.

Lymfestelsel

Het weefsel van de borsten wordt gevoed door verschillende slagaderen, terwijl de afvoer door verscheidene aderen verzorgd wordt. Lymfevaten leiden afvalstoffen van de borst naar lymfeklieren in de oksel, en ook naar lymfklieren in de buurt van het borstbeen. Zowel vrouwen als mannen hebben veel bloedvaten en zenuwuiteinden in de tepels. De tepels zijn dan ook zeer gevoelig. De tepels kunnen bij zowel mannen als vrouwen hard worden als gevolg van kou of seksuele opwinding, maar ook bij sommige andere emoties.

De tepel

De tepel wordt omhult door de tepelhof. De kleur van de tepel verschilt per persoon en kan variëren van een lichtroze tot een donkerbruine kleur. Wanneer vrouwen zwanger zijn wordt de kleur van de tepel meestal donkerder. De tepels worden af en toe stijf, dit gebeurt meestal wanneer een vrouw opgewonden is of wanneer zij het koud heeft en soms ook bij andere emoties. Tepels kunnen erg gevoelig zijn voor aanraking.